Er wordt steeds meer geschreven over hoogbegaafdheid, waarbij duidelijke unanimiteit en uniformiteit ten aanzien van de definitie ervan, in welk licht en op welke wijze het onderwerp te benaderen en te onderzoeken vooralsnog ontbreken. Mijn website is niet de plek om je uitgebreid (wetenschappelijk) over het thema te laten informeren. Er zijn genoeg anderen die dat naar zich toegetrokken hebben. Ik pretendeer niet dat ik er alles van weet en over kan uitleggen. Wel durf ik te stellen dat ik echt begrijp waar het over gaat vanuit een menselijk perspectief, op basis van zowel in mijn persoonlijke als professionele leven opgedane kennis en ervaring. En daar zit mogelijk de waarde voor jou, mocht je je in het onderwerp herkennen en overwegen bij mij aan te kloppen voor hulp.
Ik ben geen fan van de term hoogbegaafdheid. Er dwarrelt afschuwelijk veel ruis omheen, oude ruis en nieuwe ruis. Het is een term waar in de ogen van velen een bepaalde hiërarchie vanuit gaat en dat brengt een risico van oordelen met zich mee. Ik vind het ook een suggestieve term die mensen tot niet correcte aannames kan aanzetten en waaraan bepaalde verwachtingen verbonden lijken te worden. Ik vind het tot slot een term die (meestal) volstrek de lading niet dekt. Er zijn verschillende pogingen gedaan in de afgelopen jaren beter passende terminologie te vinden, en ook is er veel gesteggel geweest over de definitie van (het gehanteerde woord) hoogbegaafdheid en over of je het wel of niet betrouwbaar kunt vaststellen. Zelf ervaar ik wel toenemend herkenning en blijk van erkenning door de nieuwere perspectieven, maar nog altijd geen breed doorvoeld begrip. Het is misschien passend te stellen dat het inherent is aan het hoogbegaafde brein dat het zich met geen woord of definitie adequaat laat omvatten, laat staan overbrengen.
Als ik het concept hoogbegaafdheid wil omvatten, dan kom ik uit bij mensen met een brein - of misschien kan ik beter zeggen: een zelf - waar veel in omgaat en dat veel en scherp waarneemt, opneemt en kan verwerken. Een zelf dat in beginsel ook veel uitzendt en wil, kan of moet uitwisselen op vele met elkaar verweven dimensies. Fysiek, mentaal, spiritueel wellicht. Of het nou sensaties, emoties, gevoelens, behoeften, wensen, driften, voorstellingen, gedachten, ingevingen, ideeën, talenten, kennis, nuances, verbindingen, verbanden, perspectieven of andersoortige ervaringen zijn. Ik denk aan mensen met een intens, intuïtief, complex, fijngevoelig en dicht zelf. Een expansief en creatief zelf met een grote behoefte aan authentiek contact, en aan zowel natuurlijke diepe verbinding als aan doorleefde autonomie.
Het hoogbegaafde brein, of hoogbegaafde zelf is wezenlijk anders dan dat van het gros van zijn omgeving. Daardoor kan iemand met hoogbegaafdheid het gevoel hebben niet gezien, verstaan of begrepen te worden door de meeste mensen in zijn omgeving, ook door mensen die heel dichtbij staan, en zelfs door mensen die - om het maar even plat te slaan - "ook heel slim" zijn. Ik denk dat dat element in de uitwisseling over hoogbegaafdheid ernstig onderschat wordt, vooral de impact daarvan. Het is een ondoorgrondelijk en moeilijk over te brengen aspect. En dat maakt het dubbel pijnlijk. Misschien is het vergelijkbaar met een gevoel een volstrekt andere taal te spreken dan het gros van de omgeving zonder dat iemand dat doorheeft, en dat het ook niet uit te leggen is door diezelfde barrière. Te voelen dat er iets in de uitwisseling helemaal niet klopt, maar dat niet kunnen overbrengen.
Hoogbegaafde mensen groeien niet zelden op in een omgeving die hen - vaak (of in eerste instantie) voor zowel de hoogbegaafde als diens omgeving onbewust - niet weet te geven wat zij nodig hebben, en niet adequaat teruggeeft wat er in hen speelt. Die realiteit kan tal van negatieve gevolgen hebben.
Bijvoorbeeld kan een hoogbegaafde zich eenzaam voelen ondanks een groot netwerk. Zich soms afgewezen of veroordeeld voelen. Misschien hebben we het over iemand die door zijn immense aanpassingsvermogen juist op slot zit, zichzelf aan banden heeft gelegd, het eerlijke contact met zichzelf en zijn omgeving is gaan ontzeggen. Zich almaar censureert, zich geketend voelt. Zichzelf heeft opgegeven, overgegeven of nooit heeft uitgeprobeerd, al dan niet bewust. Iemand kan verward, verdwaald of verloren raken. Vervreemd van zijn omgeving en zichzelf. Immers, iedereen heeft anderen nodig om zich aan te kunnen spiegelen, aan op te trekken. Anderen, door wie ze zich kunnen laten (ver)leiden en door wie ze zich gezien, gedragen en omarmd voelen. Dit is een basisbehoefte van iedereen om zich op een gezonde en authentieke manier te kunnen ontwikkelen.
In de GGZ is mijn ervaring dat hoogbegaafdheid vaak niet herkend en onderkend wordt als (potentieel) relevante factor in het ontstaan van ernstige psychische klachten en disfunctioneren, zelfs niet wanneer het al bekend is dat van hoogbegaafdheid sprake is. Dat betekent vrij letterlijk dat aardig wat mensen met hoogbegaafdheid en psychische klachten ook door de hulpverlening niet gezien en verstaan worden en dat brengt grote risico's met zich mee. Denk aan misinterpretatie van symptomen of gedrag, misdiagnoses, niet aanslaan van behandelingen en daar foutieve verklaringen voor hebben, conflicten of communicatieproblemen in de behandelrelatie, als 'moeilijke patiënt' worden bestempeld, met als gevolg toename of verharding van klachten, verlies van vertrouwen en (her)traumatisering.
Of een behandeling voor emotionele klachten slaagt, is bewezen meer afhankelijk van de ervaren kwaliteit van de behandelrelatie dan van welke methodiek wordt gebruikt of welke interventies worden gedaan. En laat de behandelrelatie nou juist bij hoogbegaafden een zowel cruciaal als precair element zijn. Niet alleen kennis, maar ook authenticiteit, eerlijkheid, transparantie en doorvoeld begrip van wat hoogbegaafdheid betekent voor iemand die zich in de ggz meldt met psychische klachten, is wat een behandelaar die te maken krijgt met een (mogelijke) hoogbegaafde in de spreekkamer, nodig kan hebben om daadwerkelijk zinvolle en duurzame zorg te kunnen verlenen. Dat is nogal wat, zeker als daarbij komt dat je het als hulpverlener idealiter moet kunnen opmerken wanneer een moeizame totstandkoming van een behandelrelatie op basis hiervan aan de orde zou kunnen zijn, ook wanneer een eventuele hoogbegaafdheid nog onbekend is.
Ingewikkeld, maar met de groeiende aandacht voor het onderwerp, komt er ook meer aandacht voor deze doelgroep en zijn bijzondere behoeften in de ggz. Ik ben hoopvol dat daarmee een scenario als hierboven beschreven toenemend voorkomen kan worden, en dat de kans op een goede match en behandelrelatie waarin iemand daadwerkelijk tot herstel, groei en bloei kan komen, juist zal toenemen.